Allereerst verwarmen we de oven voor op 180 graden.

Vet een springvorm in met boter of wat olie. Bestrooi de vorm daarna met wat bloem.

De appels schillen en de klokhuizen verwijderen. De appels in kleine blokjes snijden.

Meng de blokjes met de suiker, de kardemom, de maizena, en de bramen.

In een beslagkom de boter met een mixer zacht roeren.

Klop het ei los in een andere kom.

Doe twee derde van het ei, en de bloem bij de zacht geroerde boter. Meng alles met een mixer met deeghaken tot een samenhangend deeg.

Laat het deeg 20 tot 30 minuten rusten in de koelkast.

Bestuif het aanrecht met bloem.

Bekleed met twee derde van het deeg dat we met een deegroller uitrollen tot een lap, de bodem en de zijkant van de springvorm.

Leg nu het appelmengsel in de springvorm.

Rol het resterende deeg uit tot een lap, en snij hiervan lange repen. Leg de repen kruislings over de bovenkant van de taart. Druk het deeg op de kruispunten en tegen de zijkant nog wat met een vinger aan.

Plaats de taart in het midden van de oven en bak de taart in ongeveer 65 minuten.

Laat nadien de taart minimaal een uur afkoelen voordat de taart uit de springvorm gehaald kan worden.