Snij de boter in blokjes.

Meng in een kom de bloem en een snufje zout door elkaar.

Doe de blokjes boter erbij, en een half glaasje water.

Snij nu met twee messen de boter door de bloem.

Kneed, met de handen, een keukenmachine of met een deegmachine, alles goed door elkaar.

Maak een bal van het deeg en duw deze vervolgens weer plat, en herhaal dat een aantal keren.

Nu wordt het tijd om de oven voor te verwarmen op 200 graden.

Vet een lage taartvorm van 20 centimeter doorsnede met wat boter in.

Rol het deeg uit op een werkblad of op het keukenblad. Rol het deeg tot een lange lap, en bekleed er vervolgens de taartvorm mee.

Schil de appels en verwijder het klokhuis met een appelboor.

Snij vervolgens de geschilde appels in vier delen. Zo is het makkelijker om dunne schijfjes te snijden van de appels, wat we nu dan ook gaan doen.

Leg de schijfjes appel op het deeg in de taartvorm. Het beste kun je dit doen door steeds een plakje appel gedeeltelijk over het voorgaande plakje te leggen. Net alsof er dakpannen gelegd worden.Plaats de taartvorm nu in de oven en bak de taart in ongeveer 30 minuten.

Als de taart klaar is deze eerst even laten afkoelen. Eventueel kun je nu nog wat poedersuiker over de bovenkant van de taart strooien.