Als je gedroogde pruimen gebruikt moet je deze een aantal uren in water laten wellen.

Bij verse pruimen of kwetsen volstaat het de pitten te verwijderen en de pruimen goed te wassen.

Schil de appels en verwijder het klokhuis. Snij de appels in partjes.

De oven voor verwarmen op 180 graden.

Vet een springvorm van 20 centimeter doorsnede in met wat boter.

Maal de amandelen en meg de amandelen met suiker en de kaneel.

Voeg boter toe, net als de melk en een snufje zout. Meng alles tot een glad maar licht mengsel.

De eieren stuk voor stuk toevoegen, Het zelfrijzend bakmeel boven de kom zeven, en alles met een mixer op een lage stand goed mengen.

Doe de helft van het beslag in de ingevette springvorm en zorg er voor dat de bovenkant glad is.

Verdeel de pruimen over de springvorm en doe de rest van het beslag daar bovenop.

Verdeel de partjes appel over de bovenkant.

Plaats de springvorm in het midden van de oven, en bak de taart in ongeveer een uur.

Na dertig minuten verlaag je de temperatuur van de oven naar 160 graden.

Als de taart gaar is uit de oven halen en ongeveer 15 minuten in de springvorm laten afkoelen.

Haal nu de taart uit de springvorm en laat de taart helemaal afkoelen.